Drie Schelpen
Geïnteresseerd in de roman 'Drie Schelpen'? Meld je hier aan voor de nieuwsbrief!
Lees je liever vanaf papier, klik dan hier.
4 - Pied-à-terre
“Pap?”
Hij reageert niet merkbaar. ‘Slaapt hij?’
“Pappa! Ga je mee?”
Bart kijkt op vanuit zijn stoel, waarin hij al zeker een uur door het raam naar de achtertuin staart. “Wat is er lieverd?” Maartje kijkt hem vragend aan. Het verzoek overvalt hem. ‘Mee? Waarheen?’ Hij kon het niet bedenken. “Je moet me even helpen, waar gaan we naar toe?”
“Naar mama natuurlijk, het is haar sterfdag vandaag.”
“Oh, wat dom van me!” Gisteren nam hij zich nog voor de plek een beetje toegankelijker te maken met een snoeischaar en vandaag vergat hij de ergste dag van zijn leven.
“Geeft niet pap, je komt van ver zie ik. Hier zijn je wandelschoenen. En vergeet je strohoed niet anders verbrand je.”
“Ja, sorry. Geen idee waar ik uithing trouwens.”
“In de achtertuin?” Maartje gniffelde besmuikt.
Bart knoopt de schoenveters en richt zich op. “Ja, vermoedelijk, in Ineke’s tuin.”
Zijn jongste dochter, die het introverte van Ineke had meegekregen, knikt. Een van zijn knieën knakt zo hard dat het Maartje opvalt. “Hallo zeg! Doet dat geen pijn?” Ze kijkt haar vader bezorgd aan.
“Nee, dit keer niet. Dat wisselt, maar het is wel een rotgeluid, dat geef ik toe. Ymkje, kom!” De jonge Stabij rent kwispelend in een mum van tijd naar de buitendeur. Bart stopt de riem in zijn jaszak, het eerste stuk van de route mag ze los.
Onderweg naar het Leersumse veld rapen ze alle vijf een vuursteen van de grond. Op de plek waar ze Inekes asbus begroeven ontstond in de loop der jaren een fleurig mozaïek van keien, planten en bloemen, per jaargetijde wisselend van kleur, geur en toon.
“Drie jaar alweer lieverds”, fluistert Ayla, hun eersteling en in veel opzichten haar moeders evenbeeld met haar donkerbruine krullen en sierlijke verschijning.
Bart betrapte zichzelf kort na de dood van zijn geliefde op het zetten van streepjes in zijn zwarte notitieboekje: de dagen dat ze er niet meer was. Na verloop van tijd beëindigde hij die macabere gewoonte, scheurde de pagina eruit en verbrandde die in de houtkachel in de woonkamer. Dat moment viel op dag 365, 73 keer turfde hij een diagonaal door vier rechtopstaande streepjes. En toen was het klaar. Ayla telde nu de jaren.
“Zo ongelooflijk dapper was mama toen.” Anneke, de oudste helft van de tweeling, zuchte diep. Weten jullie nog wat ze zei? Wat hebben jullie eraan dat ik als een kasplantje vegeteer hier in de kamer?”
“Typisch Ineke”, zei Bart.
“Achteraf vind ik dat ook, al greep het me toen verschrikkelijk aan, ik wilde niet dat mama zo’n besluit nam. Ze liet ons in de steek en ze wilde ons haar lijdensweg besparen.” Kim slikte even.
Met de jaren oordelen de kinderen milder over hun moeders keuze voor een vroegtijdig levenseinde na een diagnose die feitelijk haar doodvonnis betekende. Resoluut sprak ze: “Geen operatie, geen bestralingen, geen chemo.” Ze hield woord. Ze trok met Bart – en gezeten in een rolstoel – een paar weken door Europa en plande in overleg met huisarts en huisvriend Gerard haar slotakkoord. Tot en met die tijd bleef ze bij haar gezin.
Ze arriveren op de plek waar de wilde roos haar naam eer aandoet. Ze moeten zelfs even zoeken naar de precieze plek van de oorsprong van de struik, achter het graf van de asbus, die inmiddels vergaan zou zijn.
“Hier jongens!” Maartje mikt haar steen op de stapel die in de loop der jaren groeide tot ie onder zijn eigen gewicht inzakte. Ze lieten het zo. De boswachter stond hen destijds toe de composteerbare asbus te begraven, verder mochten ze er niets doen. Grinnikend ontwaardde hij maanden later een bloeiende Egelantier. ‘De boefjes!’ Hij liet het zo. ‘Die plant past hier wel.’
Bart zoekt in zijn jas naar de snoeischaar en constateert dat hij er slechts aan gedacht heeft. “Ik heb trouwens nieuws jongens. Na de vakantie ga ik weer aan de slag voor de klas. Het toeval wil dat de recente geschiedenis van Oost-Europa onderdeel van het examenprogramma is en jullie weten dat ik daar een plank mee gevuld heb in de boekenkast.” “Dat is fijn pap!” Alle vier knuffelen ze hun vader.
Na Ineke’s overlijden onderbraken ze allen school, studie en werk voor verschillende perioden. Maartje deed een jaar over, hoewel de school haar wilde toelaten tot het volgende jaar. Ze redeneerde dat ze daarmee ritme hield en tegelijkertijd rouwruimte creëerde. In die vrijgemaakte tijd schreef ze haar moeders biografie.
Kim en Anneke haalden beiden op onverklaarbare wijze hun bachelor en lastten vervolgens een tussenjaar in met daarin de nodige ups en downs. Juist het ontbreken van ritme werkte voor hen goed, voor de rest van het gezin wellicht iets minder.
Ayla kreeg bijzonder verlof van haar werkgever.“Neem je tijd!” was de boodschap. Na een half jaar ging ze aarzelend weer aan de slag, eerst voor halve dagen, na drie maanden volledig.
Bart meldde zich ziek. De school huurde een vervanger in en gaf Bart de garantie dat hij te allen tijde kon terugkomen. In het derde jaar na Inekes overlijden ging hij werken aan het nieuwe lesprogramma Geschiedenis.
“Ja, dat is zeker fijn. Ik heb er zin in en heb natuurlijk al een paar keer mijn vervanger vervangen. Dat ging allemaal goed. Ik geloof dat we er allemaal aardig bovenop zijn gekomen, of niet?”
Iedereen knikte min of meer instemmend. Een rouwproces heeft geen vaste looptijd, wel onderscheidbare fasen. Bart veronderstelde dat ze allen Inekes dood aanvaarden en daarmee in de laatste fase zitten.
“Je bent een fijne leraar pap, dat zegt iedereen die bij je in de klas heeft gezeten. Geschiedenis zoals het bedoeld is.En dat je bereikbaar bent, altijd en voor wie dan ook. Je weet niet half hoeveel jonge mensen je daarmee motiveerde, hielp en steunde.”
“Hou op zeg! Je doet me blozen.”
“Dat mag, dat is een mooie eigenschap.”
“Even iets anders pap; er zijn nog zoveel dingen in huis die aan mama doen denken dat ze er eigenlijk nog een soort van is.”
“Klopt Maartje, vind je dat vervelend of juist prettig?”
“Soms beide. Ik weet het niet. Het besef dat ze er niet meer is strijdt met het verlangen dat ze terugkomt omdat haar afwezigheid nu wel lang genoeg heeft geduurd. De uitkomst staat vast en toch bakkeleien die twee dagelijks in mijn hoofd. De ene keer zwelg ik in haar schijnbare aanwezigheid, soms ben ik onverschillig, meestal als ik iets anders aan mijn hoofd heb, en de laatste tijd denk ik vaker aan opruimen, afsluiten. Die gedachte op zich vind ik een soort verraad.”
“In dat geval gaan we kijken hoe we daar evenwicht in kunnen krijgen. Ik herken het gevoel. Als Ayla een jurk van Ineke aanheeft schrik ik eerst, ze lijken tenslotte dan helemaal op elkaar, daarna heb ik het even moeilijk, totdat ik er blij van word. En dat binnen een minuut.”
Ze glimlachen allemaal. Bart vervolgt. “Bij elke verandering in huis, hoe klein ook, vraag ik me af wat Ineke ervan zou vinden.”
Inmiddels vond iedereen een zitplekje. Anneke tovert een thermoskan tevoorschijn. “Vruchtenthee iemand?” Vijf van Inekes favoriete kopjes duiken eveneens op. “An, wat lief!” Zelfs Kim wist hier niets van.
Ymkje beëindigt haar snuffelrondje en vindt een plekje in de schaduw van de Egelantier. Anneke geeft haar een hondensnoepje. “Jij hebt ook overal aan gedacht!” Ze glimlacht terwijl ze Bart zijn kopje aanreikt. “Ik geef ze wel door schat.” Ayla neemt Barts kopje in ontvangst en geeft het aan Maartje. “Cheers!” roept Kim toen iedereen was voorzien.
“Ik heb vorige week trouwens de administratie van Inekes bedrijf afgesloten bij de accountant. Alle aangiften zijn gedaan, ze is uitgeschreven bij de Kamer van Koophandel en het resterende saldo is volgens haar wens overgemaakt naar de voedselbank.”
“Je bent toch al een beetje aan het opruimen pap?”
“Ja, Ayla, dat soort dingen wel, papierwerk en zo. Gelukkig doet Femke dat allemaal grotendeels, ik mag tekenen bij het kruisje.”
“Nu we toch praktisch praten, wat doe je met Amsterdam?”
Barts gedachten dwalen af naar het grachtenpand dat zijn ouders hem als enig kind nalieten. Hij hoort de trappen kraken en de vloeren steunen. Hij kijkt over de stad die baadt in het roodoranje licht van de avondzon vanuit het zolderraam. Middels halsbrekende toeren bereikte hij zijn geheime leesplek op het dak. Duiven vergezelden hem op reizen door verleden, heden en toekomst, ze nestelden zelfs op een paar meter afstand. Bart las alles wat los en vast zat. ‘Heb je de bibliotheek nou nog niet uit jongen?’, vroeg zijn vader zich vaak af. ‘Nee vader, nog lang niet. In de winter verkaste hij naar de zolder van het tuinhuisje met zijn boeken, zijn vader werkte beneden en hield de houtkachel brandende.
“Goede vraag. De bovenste verdieping blijft – wat mij betreft - onze pied-à-terre, enfin jullie hebben er allemaal al gebruik van gemaakt. Mocht één van jullie in Amsterdam gaan studeren, moeten we even kijken wat we doen, nog een etage uit de verhuur halen kan natuurlijk ook, zodat ‘boven’ voor de anderen beschikbaar blijft.”
Als een donkere wolk trok de implicatie van Ayla’s vraag voor de zon. “Eigenlijk bedoel je: wat doen we met Amsterdam en Leersum?”
“Ja.” Ayla kijkt naar de grond. Ze voelt zich verantwoordelijk voor haar vader.
‘Leersum’ oftewel het laatste huis aan de beukenrijke Lomboklaan, grenzend aan wat ze gekscherend de rondweg Uilentoren noemden, is een grondig opgeknapte jarenzestig woning op ongeveer 10 are grond. Familiebezit van Inekes kant.
“Ik denk dat we het daar over moeten hebben, alleen liever niet hier.” Bart zuchtte.
“Sorry pap!”
“Nee, je hebt gelijk. Jullie gaan op een gegeven moment uitvliegen, dus de vraag is relevant wat we gaan doen op termijn.”
“Ik zou in ieder geval hier willen blijven wonen, als dat enigszins kan?” Maartje kijkt haar vader verwachtingsvol aan.
“Wij ook!” De tweeling behoefde geen onderling overleg, als zo vaak.
“Laten we terugwandelen, pizza’s bestellen bij Mario en op de veranda verder praten. Oké?” Bart staat op, gevolgd door Ymkje. Maartje trekt Ayla overeind. Kim bergt de kopjes en de thermoskan op in de rugzak van Anneke.
“Goed plan, pap.” Ayla neemt Ymkje’s riem van hem over.
“Ook goed dat je het te berde brengt Ayla, we mogen best vooruitkijken.” Bart miste de drukte van de stad en hield van de stilte in het dorp.
Zwijgend lopen ze via de route die door het dichte, koele sparrenbos voert. In de herfst vormen zich hier heksenkringen in de mossige ondergrond en Maartje nam als meisje vrijwel altijd omzichtig even plaats in zo’n paddenstoelencirkel. ‘Arania Exumai!’ Met een takje als toverstaf prevelde ze een voor de omgeving toepasselijke spreuk. De spinnen in de directe omgeving gaven geen kik.
Weer thuis richten ze de veranda in voor het familieberaad. Bart belt de bestelling door en zorgt voor bestek, de pizzasnijder en borden. ‘Wacht! Een keukenrol, ontbreekt nog!’ Hij loopt terug naar de keuken en grist de rol van het aanrecht.
“Wat wil je drinken Pa?” Ayla zei als enige ‘Pa’, de rest hield het bij ‘Pap’ of ‘Papa’. “Als het goed is staat er een sixpack Leffe Blond in de koelkast in de bijkeuken, laten we die maar eens aanbreken voor de gelegenheid.”
“Goed plan, ik doe er eentje mee!”
Vlammetjes wapperen dapper in de wind die zich onder het dak boven de veranda wurmt. Kim en Anneke stellen de stoelen en de lage tafel zo op dat iedereen lekker zit en ze elkaar allemaal kunnen zien. Maartje had een truitje aangetrokken en vulde Ymkje’s voerbak. “Heb je nog genoeg water meisje? O, nee, ik zie het al! Ik vul de waterbak bij.” De hond schranst onverstoorbaar verder, kwispelend, dat wel.
“Oké.” Bart veegt zijn mond af en schuift de lege pizzadoos onder de tafel. “Eet lekker verder als je nog bezig bent, ik wil eerst iets vertellen.” Ymkje nestelt zich naast Bart op het bankje. Ze deelt een likje uit en vlijt zich neer. “Ik kan eigenlijk nog steeds aan niemand anders denken dan aan Ineke. Ik luister naar onze liedjes, ik zie haar overal en soms ligt ze naast me in bed.” Vier paar ogen zijn gericht op hun vader. “Ik betrap me erop dat ik nog geen moment naar iemand anders heb gekeken. Dat die gedachte is ontsproten, maakt dat dat punt dichterbij komt, of ik het wil of niet.”
“Zo werkt dat nu eenmaal, Pa. Dat snappen we, of, ik in ieder geval. Je doet er nog best wel lang over.”
“Lekker praktisch weer Ayla!”, giechelt de tweeling.
“Wat ik maar wil zeggen is dat er iets kan gebeuren en ik wil dat jullie je dat realiseren. Dat is voor iedereen best lastig, veronderstel ik, want weten doe ik het niet. Enfin, eigenlijk wilde ik het vanavond vooral praktisch houden, mijn hersenen sturen mijn mond een andere kant op. Iemand een Cornetto?” Hij wachtte de reacties niet af, loopt naar de vriezer in de bijkeuken en komt met de doos ijsjes terug. Toevallig bevat die er nog precies vijf.
“Waarom ga je niet een poosje in Amsterdam wonen pap?” Maartje dropt een precisiebommetje in het gezelschap. “Je wordt hier in beslag genomen door het verleden, tenminste, dat maak ik op uit wat je eerder zei, en misschien kom je er daar losser van.”
“Eerlijk gezegd lieverd, heeft dat door mijn hoofd gespeeld. Ik weet het niet. Ik zou jullie achterlaten, dat voelt niet goed.”Bart valt stil. Hij hunkert naar een poosje alleen zijn. Steeds spreekt hij zichzelf bestraffend toe: ‘Hoe durf je?’ Nu stelde Maartje het voor, dat maakte het anders.
“Nou, je gaat het land niet uit! Wij redden ons echt wel hier en het is niet onomkeerbaar. En in het weekend kom je lekker naar huis!”
“Ja! Maandag naar school, daarna in de trein en vrijdag vanuit school naar hier. Een weekendhuwelijk met je dochters!” Kim krijgt de lachers op haar hand. Ze kleurt ervan. “Nou ja, jullie begrijpen wel wat ik bedoel.”
“Ik ga in ieder geval met Femke bespreken of dat financieel kan, hoewel ik voorlopig genoegen heb aan de zolderverdieping, die is groot genoeg voor een man alleen. Ze heeft sowieso nog een paar handtekeningen van me nodig, begreep ik.”
Ze bespreken alle voors en tegens en besluiten dat hij het gaat proberen. De zegen van zijn dochters verandert Barts kijk op de toekomst. Hij houdt van zijn privacy en mist op voorhand de reuring van het Leersumse huis. ‘Is dit wellicht een mooie middenweg?’
De laatste week voor het begin van het schooljaar breekt aan en de meisjes kaften hun boeken aan de grote eettafel in de woonkamer. Maartje en Kim kopen een nieuwe tas, er vindt een fietsenruil plaats omdat Ayla een scooter op de kop tikte en Anneke wisselt van studierichting, wat gelukkig kan op basis van haar bachelor.
Bart brengt in die week enkele dagen in Zeist op school door. Hij deelt nu een lokaal met een collega, zijn oude kast verhuisde mee, daar had hij gelukkig op toe kunnen zien. Hij wil dat het lokaal geschiedenis ademt. De vitrine die de achterwand in zijn vorige lokaal in beslag nam verkaste naar een prachtige plek in de brede gang van het oude schoolgebouw, waar iedereen minstens één keer per dag passeert op weg naar de kluisjes. Bart stofte alle objecten af en verving enkele exemplaren door aanwinsten. Sommige leerlingen namen van vakanties weleens een artefact mee voor wat zij ‘Mertens’ Rariteitenkabinet’ noemden. Een deel van de tentoonstelling bevat replica’s, souvenirs uit toeristische oorden en slechte miniatuurnamaak. Torens sieren deze categorie, zoals die van Pisa, de Burj Khalifa en de Eifeltoren.