Drie Schelpen
Geïnteresseerd in de roman 'Drie Schelpen'? Meld je hier aan voor de nieuwsbrief!
Lees je liever vanaf papier, klik dan hier.
12 - A long and winding road
Bart neemt een andere dan de door Google Maps voorgestelde route via Tsjechië, Hongarije en Servië. Hij kiest ervoor zuidelijk door Oostenrijk, Slovenië, Kroatië, Bosnië en Herzegovia, en Montenegro nabij Pejë Kosovo binnen te rijden. Korter in lengte, langer in tijd, hij trekt er drie dagen voor uit. Eerste etappe: Leersum - Graz. Tweede: Graz - Sarajevo. Op de laatste dag naar Prishtinë. Na de eerste dag zit de helft in reiskilometers erop, dat is alleen snelweg. Op de volgende dagen houdt Bart rekening met minder goede wegen, hij wil zichzelf noch de motor opblazen: 2.102 kilometer naar zijn nieuwe liefde.
‘Tank vol. Check. Ik ga de lijst niet nog een keer langs.’ De ‘check and double check’ zijn uitgevoerd, hij kan onmogelijk iets vergeten zijn. Dit is geen vakantie, dit is emigreren: je gaat om er te blijven, niet om terug te komen. Duitsland, Oostenrijk, dan door vier staten die ooit mede Joegoslavië vormden, om in de nieuwe staat te belanden die nooit echt bij de federatie paste. In gedachten herhaalt Bart de Youtube-video waarin iemand de schier eindeloze weg naar Pristhinë rijdt, met om de paar kilometer een benzinepomp. Alsof hij er al jaren woont, zo zou Bart de stad binnenrijden. Langzaam sturend de gaten in de weg ontwijken achter een ezelkar, gemend door een oude man met een Plisi op zijn hoofd, kauwend op een kwak pruimtabak, vergezeld door een kind dat ongedurig op de bok zit of rustig speelt tussen een onduidelijke vracht. Langs de weg verkoopt men meloenen en flessen water in de brandende zon, daarachter de wereld aan winkeltjes, bedrijfjes en half afgebouwde panden. Op de achtergrond geblakerde overwoekerde ruïnes, achterblijfselen uit de oorlog.
Zijn telefoon wekt Bart om half drie. Afscheid nam Bart de vorige dag. Alles ligt klaar voor vertrek, hij zet het koffiezetapparaat aan voor een thermoskan cafeïne voor onderweg. Hij verplaatst de proviand van de koelkast naar de koelbox: sandwiches, yoghurtjes en bakjes met hartige snacks. Al het andere ligt al in de auto. Niets staat een geslaagde trip in de weg. Ineke’s neutrale blik op de foto in de woonkamer verwart Bart. De meisjes achterlaten valt zwaar, wat wederzijds blijkt.
“Dag pap,” klinkt het uit de woonkamer. “Dag lieverd.” De jongste staat in een lang t-shirt slaperig te wezen. “Ga je het een poosje redden, zonder mij?” Bart stelde de vraag, Maartje dacht het. Ze vindt zijn avontuur spannend, net als zonder hem achterblijven in Leersum, ondanks dat Ayla, Kim en Anneke er zijn. “Ben je er klaar voor?” “Yep, all set.” “Knuffeltje!” Hij omhelst zijn jongste dochter en met een kusje op haar voorhoofd neemt hij afscheid. Haar vochtige ogen misten het effect niet op Bart. “We skypen!” “Ja, ga nou maar pap, anders red je je schema niet.” Met deze voor Maartje kenmerkende praktische slotopmerking in zijn hoofd stapt hij naar buiten. In de deuropening de blonde prachtdochter, inmiddels omwikkeld door een dekentje. Dikke wollen sokken completeren het beeld dat pas vervaagd bij het ochtendgloren.
‘Aan jezelf denken kan te ver gaan Pap!’ spreekt ze bozig tegen haar vertrokken vader. Ze sluit de voordeur. Met zijn vertrek vallen gaten in het huis. Op Maartjes lijstje zakt hij een plaatsje. Ineke staat stevig bovenaan, voor altijd de onbetwiste lijstaanvoerder. De tweede plaats is tijdelijk vacant, besluit ze. Onderwijl verdwijnen twee lepels Nesquick in een beker en zet ze melk op. Misschien slaapt ze daarop nog eventjes verder.
3:00 uur. ‘Dag Leersum!’ De Lomboklaan, rechtsaf de Rijksstraatweg op, de stoplichten knipperen in de oranje ruststand, op de rotonde rechtsaf, de Maarsbergseweg op. Hier valt je bereik weg, ongeacht je provider, de TomTom zoekt tevergeefs naar een GPS-signaal, de Darthuizer Poort is een zwart gat voor elektronische communicatie. Na 4,5 kilometer kiest Bart de oprit naar de A12, richting Arnhem. Daarna voert de route over steeds minder bekend terrein. Nederland voelt vertrouwd aan, op welke plek je ook bent, zodra je de grens passeert, bekruipt je een gevoel dat past bij je plannen: op weg naar het onbekende in combinatie met het verlangen Jeta weer te zien.
Bart vliegt over de oude rotonde met de vijf afslagen waar je Arnhem verlaat, de IJssel oversteekt en dan al bijna in Duitsland bent. Dit stuk reden ze voor vakanties in Oostenrijk: over München richting Salzburg. Nu via Nürnberg, dan Regensburg en de grens over bij Passau om de Alpen rechts te laten liggen. Oostenrijk doorkruisen en de eerste stop in Graz, waar de Duitse Autobahn 3 in de Oostenrijkse A9 overgaat. In feite de verlengde A12, 1.100 kilometer ‘Immer gerade aus’ tot Steiermark’s hoofdstad.
4:00 uur. Bart vertrekt uit Nederland alsof hij er nooit meer terugkeert. “Dat maakt ruimte in mijn hoofd vrij,” verklaarde hij zijn dochters, wie hij beloofde regelmatig over te komen. “Niet voor verjaardagen jongens, die vier je zonder mij. En ik wil Jeta graag aan jullie voorstellen als de tijd er rijp voor is.” Het blauwe bord waarop twaalf gele sterren de tekst ‘Bundesrepublik Deutschland’ omringen, attendeert Bart op de eerste grensovergang. “A border is a line on a map”, schreef iemand, een ander zei: “Borders divide.” ‘Als ze ergens ruzieën over grenzen is het wel op mijn bestemming,’ dacht Bart. ‘Anderzijds: hoe lang geleden streden we hier voor onze vrijheid?’
5:00 uur. Het ochtendverkeer in de Kohlenpott komt langzaam op gang: een werker uit de nachtploeg spoedt zich naar huis om tegen een lief aan te kruipen. Vrachtwagens rijden dieper het land in, andere koersen naar Rotterdam en verruilen een lege zeecontainer voor een volle.
6:02 uur. Raststätte, even plassen. Koffie en een broodje. De zon meldt zich, dat rijdt de volgende uren minder prettig. Bart snort zijn zonnebril op in het handschoenenvakje en treft een roze envelop aan. De foto die hij eruit schuift toont zijn vier meiden, een briefje valt op de bijrijdersstoel, hij herkent Maartje’s handschrift. “Lieve papa, we missen je nu al! Xxxx” Hij fotografeert de foto en appt die naar de dames in Nederland, vergezeld door evenveel kusjes. Hij stuurt geen bericht naar Pristhinë. ‘Dat komt straks wel, ze weet dat ik eraan kom. Ze heeft haar slaap harder nodig dan mijn berichtjes.’ Jeta stuurde hem soms midden in de nacht berichtjes, die hij ‘s ochtends las, met een glimlach, ongerust over het tijdstip.
7:19 uur. Bart passeert Frankfurt am Main en neemt zich een lange pauze voor bij Nürnberg. Dan zitten er zeven uur en ongeveer 600 kilometer op. Het gaat lekker. Tanken is nog niet nodig, de auto verbruikt ongeveer 1 op 15 bij normale snelheid. Bart houdt zich op de limietvrij stukken van de autobahn aan de 120 kilometer per uur die hij gewend is. Alle grote merken flitsen voorbij op de linkerbaan.
9:10 uur. Bart parkeert de auto bij de Raststätte Nürnberg-Feucht West. Op de Ineke’s tablet leest hij het nieuws. Hij neemt de tijd, de drukte op Autobahn 3 neemt toe. Na een half uur, waarin hij een minuut of tien wat heen en weer loopt, lonkt het vervolg. In dit tempo is hij rond een uurtje of twee in Graz.
10:44 uur. Voor een sanitaire stop bij Passau moet Bart aan de kant. Hij schenkt zich een bakje koffie in uit de thermoskan. Vrienden appen hem een goede reis uit Nederland, wat lief. Nu de tweede grens over, Oostenrijk in. Hij voelt aan een protesterende onderrug dat hij al een aardig poosje aan het sturen is; zijn rechterknie is solidair. Het is nog drie uur naar Graz. De auto loopt als een zonnetje, ondanks het aanzienlijke gewicht. Hij heeft zo min mogelijk meegenomen, naast de dozen op de zolder in Amsterdam, bleef zijn recente verleden in Leersum achter. Als je moet kiezen met als beperking de kubieke meter die in de auto kan zodat je de achteruitkijkspiegel nog kunt gebruiken, blijft er het een en ander achter. Keuzes maken valt niet mee. Kleding. Check. Herinneringen bezitten een veranderlijk gewicht. Gekoesterde herinneringen zijn de lichtgewichten onder de souvenirs der voorbije gebeurtenissen. Totdat terugkijken omslaat in hunkering naar het onvervangbare. De gedachte vervormt tot een ontilbare volumineuze herinnering, loodzwaar drukkend op je gemoed dat door de beperking in bewegingsvrijheid versombert.
Het is rond twee uur als Bart na elf uur rijden Graz binnenrijdt en de melancholie intreedt, Zijn gedachten bewegen zich vrijelijk tussen Leersum, Amsterdam en Pristhinë. Hij krijgt trek en besluit nog een half uur door te rijden tot Leibnitz, dan staat hij zo goed als aan de grens met Slovenië. Wegwerkzaamheden houden hem op waardoor het bijna een uur duurt voordat hij in het dorp arriveert. Bij de McDonalds parkeert Bart om een hotel te zoeken. ‘Zur Alten Post’ is een niet goedkoop familiehotel met prima recensies. ‘Hopelijk is er een kamer vrij voor deze passant,’ dacht Bart, behoedzaam door Leibnitz manoeuvrerend. Die kamer is beschikbaar, ondanks de seizoensdrukte. De reistas belandt op het bed en hij faalt, stram door de lange zit, zijn overhemd ineens uit te trekken, zodat hij alle knoopjes moet openen.
De stortdouche verfrist en ontspant. ‘De eerste etappe zit erop,’ denkt Bart tevreden, grijpend naar de handdoek die binnen handbereik over een stang hangt. Gekleed in de hotelbadjas pakt hij een biertje uit de minibar, die groot genoeg is om spullen uit de koelbox te bergen. Dat zou hij straks doen, de schuifdeuren open en een stoel in de opening. ‘Sigaretje zou lekker zijn, die liggen ook in de auto, jammer.’ Eerst appen naar Jeta. “Arrived @Leibnitz, 1100km nearer to you <3”. Ze reageert meteen: “Wow! You're a speed devil! Xx”. ‘Dat was genoeg voor nu, straks een fotootje misschien.’ Hij legt de telefoon weg en neemt een slok. Het verlangen naar Jeta overvalt Bart op alle mogelijke manieren. Hij grijpt zijn telefoon opnieuw en zoekt naar de foto die hij in Shëngjin maakte, Jeta met de zee op de achtergrond. Tegenlicht streelde haar omtrek, weerkaatsing door ruiten in gebouwen langs de promenade maakte een invulflits onnodig. Ze glimlacht misterieus, waardoor de foto een Mona Lisa achtige uitstraling kreeg.
Voordat hij dineert in het hotel, wandelt hij het dorp in. Op een afstandje fotografeert Bart het hotel. Via de Hauptplatz en de Bahnhofstraße komt hij bij het station aan, opvallend groot voor een plaats als Leibnitz. ‘Misschien is de ligging aan de grens daar debet aan,’ vermoedt hij en kuiert terug door de bordjes Zentrum te volgen. Bij het hotel pakt hij de koelbox uit de auto. Op de afslag naar Leibnitz ontbrandde het tanklampje, Bart zag dat het ‘Treibstoff Paradies’ een straat verder ligt en om zes uur opent. Hij zou dadelijk vragen om een paar verse broodjes voor morgenochtend, geen ontbijt in het hotel, tanken en meteen op pad, de grens over en doorkarren. De 600 geplande kilometers tegen de middag afleggen moet lukken, ook dit stuk is een en al snelweg, in welke staat de route verkeert, zou blijken.
“Was möchten sie trinken?” “Ein bier bitte!” “Großes?” “Gerne!” Het wildaanbod in de menukaart verrast hem. Dit seizoen voert eend de boventoon, wat Bart goed uitkomt, een heerlijke eendenborst: niet te versmaden! De kelner ziet dat hij zijn keus maakt en wijst op het krijtbord aan de muur dat zijn keuze vermeldt als ‘Spezialität des Küchenchefs’. Bart lacht en steekt zijn duim op. De kelner brengt de boodschap over aan de keuken. De kok weet hoe je wild bereidt, Bart geniet. Hij wimpelt een nieuw biertje af en vraagt om een glas water. Zodadelijk slapen en morgen op tijd op voor de tweede etappe naar Sarajevo. Dat zou niet zo voorspoedig gaan als de eerste etappe. Bart licht het hotel in Sarajevo in over een late aankomst en vertrekt naar zijn kamer.
4:49 uur. Bart ontbeert een wekker sinds Ineke’s ziekte zich manifesteerde. Alsof zijn bewustzijn geleidelijk overgaat in het onbewuste. Hij neemt elk bijzonder geluid waar, bepaalt de impact, weegt de mogelijkheden af en concludeert al dan niet te ontwaken. Een kerkklok, een kraaiende haan, verkeer dat op gang komt, Barts onderbewuste registreert en associeert. Dat leidt tot te vroeg opstaan, met als gevolg dat hij om negen uur ‘s avonds knikkebollend flauwe grappen over veronderstelde nachtelijke activiteiten moet aanhoren en de dames gierend in de huiskamer achterliet om zijn bed op te snorren. De accountant speelt daarin regelmatig een rol: “Alles nog eens goed doorgenomen, Pap?” Kim en Anneke vinden zichzelf ontzettend grappig. Maartje kan het niet waarderen. De tweeling tot bedaren brengen is zinloos, daarin slagen ze zelf nauwelijks. Uiteindelijk verslikt eentje zich, wat het vermaak beëindigt.
Om 5:54 uur rijdt Bart bij het hotel weg, de rekening voldeed hij al na het diner bij de receptie. Met de tank tot de rand gevuld, vervolgt hij zijn trip. Omdat Slovenië een Schengenland is passeert hij de grens met de maximale toegestane snelheid. ‘Eerste doel: Zagreb, dat kan in twee uur!’ De stad zou hij zuidelijk ronden en dan via de E70 door Kroatië bij Brod de grens over Bosnië in. Vanuit het noorden afzakken naar het toneel waarop de eerste wereldoorlog ontvlamde.
Het waaide voldoende om hem zijn armen te laten spreiden, een aanloop te nemen en een vlucht te starten. Hij vliegt vleugelloos door vrees en vrijheid. Nooit stort hij neer, een gelukzalig gevoel bekruipt hem altijd. Zwenkend verandert hij zijn richting, kantelend de hoogte. Nooit als het niet waaide en altijd tegen de wind in, al wist hij dat niet zeker, omdat hij in een vlucht de wind niet meer opmerkte. Alleen bij het opstijgen was er wind. Verder veranderde er niets aan hem. Zijn zicht bleef hetzelfde, geen arendsogen ineens, en geen verscherpt reukvermogen. Nooit treft hij een ander mens aan in de lucht. Hij komt altijd neer als parachutist. Daarna wandelt hij verder. Nooit een tweede vlucht. Wel mislukt het opstijgen soms: hij komt een paar meter omhoog en door een gebrek aan drijfvermogen landt hij dan weer.
Bart ontwaakt in zijn hotelbed door de zachte landing die hij in de droom maakt, de droom beëindigt met een harde duikeling zijn nachtrust. “I’m @ Sarajevo” appt Bart. “Broken. Love you so much. Xxx” Na een minuutje: “Yessssss. Can’t wait knowing ur nearby. Xx” Het was half de avond, Bart was in slaap gevallen en besloot dat een douche hem weer op de been moest helpen. Dat lukt en in het hotelrestaurant nuttigt hij een lichte maaltijd en een biertje. Nog één dag!
7:11 uur. Dag drie bekroont het avontuur dat startte op het moment dat ze ‘Hi, I’am Jeta!’ zei na de botsing voor het hotel. Naar Pristhinë is nog ruim 400 kilometer. De kortste etappe en de langste tegelijk. De lelijkste en de mooiste. Op weg naar haar, naar zijn nieuwe woonplaats. Ergens in de auto bevindt zich een bijzonder cadeautje in een tas met leuke spulletjes uit Nederland voor Jeta’s familie, vrienden en andere mensen die hij zou ontmoeten en hij zich op verheugde. Aan Kroatische grens verlaat hij het Schengengebied en ervaart hij een Oost-Europese grenscontrole. De douaneformaliteiten stellen niet veel voor: de goedkeuring aan beide zijden bestond uit de traditionele visuele vergelijking tussen de foto op het paspoort en de persoon in de auto, een 41-jarige man, 182 centimeter lang, 78 kilogram. Om geen verwarring te veroorzaken draagt Bart de bril op de pasfoto, zijn huidige reservebril. Het vergeet de brillen om te wisselen wat maakt dat hij de continue met zijn ogen knijpt. Een dergelijk tafereel ontrolt opnieuw bij de grensovergang tussen Montenegro en Kosova over de P8, een weg die allang geen snelweg meer is.