Goedemorgen!

Leestijd ongeveer 6 minuten.

Drie Schelpen

Geïnteresseerd in de roman 'Drie Schelpen'? Meld je hier aan voor de nieuwsbrief!


Lees je liever vanaf papier, klik dan hier.


10 - De Keizer

Weer thuis in Leersum doet Bart geen moeite Jeta uit zijn gedachten te krijgen. 

“Beetje verliefd Pap?” grinnikt Anneke die haar vader’s gedrag correct interpreteert. 

In een oogwenk neemt Jeta Jeanine's plaats in. ‘s Nachts wordt hij wakker op het moment dat hij haar naam fluistert. ‘Wacht ik op jou? En jij op mij?’ Hij hunkert ernaar in de auto stappen. Gaan! Hij besluit haar te bellen.

“Hey, hello there, it’s me. I just called to …” Haar stem onderbreekt hem: “... you know what to do next!” gevolgd door de pieptoon. Hij trapt er in. Zijn poging Jeta te bereiken strandt. ‘Damn.’

“Ik ben naar Driebergen, overleg met de accountant!” “Oké pap, doe Femke de groeten van me! Eet je vanavond …” De voordeur valt dicht en Anneke slikt haar vraag in. ‘We zien wel.’

“Je kunt de derde verdieping aan de verhuur onttrekken zonder grote financiële consequenties Bart,” houdt de accountant hem voor. “Zeker als je per 1 juli of 1 januari de huren voor de andere etages en het souterrain maximaal verhoogt. De vraag naar appartementen binnen de grachtengordel is onverminderd groot, mocht er eentje opzeggen, meldt zich rap een andere huurder!” 

“Nee, ik pak voorlopig de zolderverdieping wel, dat is altijd een favorite plek van het huis geweest. Verhuur de derde gewoon op basis van een jaarcontract met automatische verlenging.

“Ben ik de enige die weet wat je plannen zijn?” klonk het lachend. 

“Nee, de meiden sporen me juist aan.” 

“En dan zijn we risicomijdend bezig hoor Bart: je incasseert daarnaast dividend en rente uit een paar beleggingen, dat houd ik hierbuiten omdat het onzeker is, al leveren ze al vier jaar een fijn rendement op.” 

Het verheugt Bart matig. “Ik wil de meisjes niet zomaar alleen laten, ze wonen wonderbaarlijk genoeg alle vier nog thuis.” 

“Dat begrijp ik, dan doe ik verder niets, behalve het vrijgekomen appartement aan de wachtlijst aanbieden.”

“Is er een wachtlijst?”

“Ja, soort van. Ik werk met een collega samen in Amsterdam en die bezorgt mij jouw huurders als hij ze zelf niet kwijt kan.”

“Dank je wel Femke, wat heb je het goed geregeld voor me, daar ben ik blij mee!” 

Ze knikte even. “Ja, ik behartig de belangen die je mij toevertrouwde vanzelfsprekend zo goed mogelijk en je grachten­pand rendeert bevredigend, zowel qua waardeontwikkeling als cash­flow. Het gebouw verkeert in prima staat, de huurders betalen keurig op tijd en de onderhoudsvoorziening investeren we gedeeltelijk in duur­zaam­heid: zonnepanelen of waterbesparing, dat zijn zaken die jouw kosten verlagen, bij gelijkblijvende huur. We houden daarbij rekening met de monumentenstatus. Het rendement op die investering is beter dan de rente die vermogen nu oplevert.”

Femke sluit haar kantoor en kijkt haar laatste afspraak van deze dag weemoedig na. ‘Hij bezit alles en niets, het gemis nevelt om zijn hoofd.’  Femke is niet de enige die het ziet. Ineke’s foto in zijn portemonnee kijkt zorgelijk. De vier meiden merken dat papa ‘bleef hangen’. Ze wilden hem weer blij zien, al zou een andere vrouw in zijn leven moeilijk te accepteren zijn. Hij kwam terug uit Albanië op een roze wolk, het bleek achteraf toch een vakantieliefde.

Bart fietst in wandeltempo naar huis. In Doorn belandt hij in café ‘De Keizer’. Zijn zwaarmoedige onderbewuste bestelt een Jupiler. Na een kwartiertje zet iemand een tweede vaasje neer en er landt een glas witte wijn op tafel. Een andere hand pakt dat op en Femke zegt “Cheers Bart!”. 

“Proost meid, wat lief, hoe weet je dat ik hier zou zijn ... en waarom ben je ...” “We kennen elkaar al een poosje Bart, ik vermoedde dat je ergens op de route naar Leersum zou stranden. Ik woon om de hoek en het tempo waarin jij fietste kon ik je kruipend achterhalen, bovendien: zoveel opties zijn er niet waar ze een biertje tappen! Cheers!” 

“Ik ben helemaal vergeten te informeren naar Cees, zonet.” 

Femke keek naar buiten. “Ik ben van hem gescheiden Bart, de moeilijkste beslissing in mijn leven.” 

“Gescheiden?” Hij wist dat Femke’s partner drie jaar geleden een herseninfarct overleefde en sindsdien verbleef op een verpleeg­afdeling in ‘Het Zonnehuis’. 

“Een half jaar geleden bleek dat hij niet locked-in is, zijn hersenen functioneren nauwelijks nog, hij haalt zelfstandig adem en dat is het zo’n beetje. Hij is op sterven na dood, alleen is de laatste stap onvoorspelbaar, daar neemt hij zijn tijd voor.” 

“Kan je de behandeling niet staken?” “Ja, dat kan en dat wilde ik ook, de familie is faliekant tegen en om hen niet te bruskeren vroeg ik een echtscheiding aan, welk verzoek is gehonoreerd. Zo ligt het besluit over zijn leven bij hen en niet meer bij mij. Voor mij is hij er niet meer, de man die mij dierbaar is, is overleden, zijn omhulsel ligt daar.” Ze wees oostwaarts. “Vind je dat raar?” 

“Nee, eerder dapper,” antwoordt Bart. “Dat plan kon op een warm onthaal rekenen, neem ik aan?” 

“Man! Cees z’n broers zijn woest, ondanks dat ik maximaal met hen rekening hield: zij kregen het beheer over ons halve vermogen, waar ze, als ik niet was gescheiden, naar konden fluiten omdat ik dat zou erven.”

“Je dacht aan jezelf en aan Cees tegelijk,” concludeert Bart. “Je wilt niet kiezen, je moet wel als je zelf verder wil met je leven.” 

“Exact! Ik wil leven. Ik blijf Cees bezoeken, al wil en kan ik met hem niet meer mijn leven delen zoals je dat ‘normaal gesproken’ doet. 

“Nog een wijntje Femke?” “Ja, graag Bart, alleen niet hier.” 

Bart was blij dat hij met de fiets was. Vorig jaar miste hij op station Driebergen-Zeist de laatste bus naar Leersum en strandde hij in Doorn. Vroeger reed de bus door naar de remise in Rhenen, zodat je in Doorn de bus nastaarde die je vijf minuten later in Leersum kon brengen. Nu draaide deze om naar Utrecht of Nieuwegein. Geen frustratie, wel een dik uur wandelen voor de kiezen. Aldus besloot hij. Voordat een taxi zou arriveren was hij halfweg. In Doorn zelf is de straatverlichting altijd aan. Buiten de bebouwde kom is de Rijksstraatweg onverlicht. Hij volgde het fietspad langs de provinciale weg. In het donker schakelen je zintuigen in een andere stand. Er is minder licht en minder geluid. Je hoort meer, je ziet minder en je ruikt beter. Het rook, lonk en oogde als donker bos. Als er een fietser zonder licht aan zou verschijnen, wie schrikt dan als eerste? De wandeling was nu al een succes. Omdat hij de route talloze malen per auto aflegde en een paar keer met de fiets en zelfs op een scooter, kende hij de ijkpunten. Kaap Doorn, restaurant Sandenburg. Het Doornse Gat, dat momenteel in de belangstelling staat doordat een man daar zelfmoord pleegde en zijn zoontjes vermist zijn. Camping De Bonte Vlucht, trouw deelnemer aan het Leersumse bloemencorso, en dan AZC De Hoogstraat, het voormalige revalidatiecentrum. Een poosje niets en dan Leersum. De restaurants zijn in ruste. Darthuizen, ‘De Wereld’. De Gulle Griet is permanent dicht. In de tijd dat Bart de epische wandeling met zichzelf doornam, fietste hij het stuk in razend tempo. De uren met Femke, eerst op de bank, later in bed, met tussendoor een in elkaar geflanste pizza delen aan de keukentafel, verdreven de mist voorlopig. Hij verliet haar bed tegen enen. “Jezus wat ben je lekker,” verzuchtte hij zachtjes, denkende dat ze sliep. 

“Tot gauw Bart,” klonk het abrupt. Ze draaide zich om en besloot nagenietend een gat in de dag te slapen.

Wat hem om 2:56 uur wakker deed schrikken wist hij niet. De slaap wilde hem niet meer vatten. Hij gloeide en zijn droge mond vroeg om vocht. Eruit. Naar de WC en een glas water drinken. Telefoon checken: 3:05. Terug in bed. Nog warmer. T-shirt uit. Onderbroek uit. Alle beknelling weg. Ruggelings ontspannen in Yogastijl: vanaf je voet langzaam in gedachten omhoogwerken tot je kruin. Halverwege val je gegarandeerd in slaap. Het lukte ditmaal niet, na twee uur nog niet: 5:11. De niet-slapende hand vond zijn bril op het nachtkastje. Hij trok het oplaadsnoertje uit zijn telefoon waardoor die oplichtte en 7:31 uur aangaf. ‘Toch nog een poosje geslapen.’ Tijd om op te staan, al was klaarwakker een eufemisme voor zijn toestand. Na tien minuten dubben slaat hij het dekbed opzij, trekt zijn sloffen aan en loopt met de telefoon in zijn hand om het bed naar de kledingkast waaruit hij een joggingbroek pakt. Bart vond dat die raar zat en het labeltje dat zowel aan de voorkant als de buitenkant zat bevestigden die constatering. Hij hijst zich in zijn ochtendjas, grijpt zijn telefoon en beent de slaapkamer uit. Op de trap naar beneden glijdt hij uit over de daar achtergelaten rode shawl. Heelhuids doch enigszins gebutst komt hij beneden aan en belandt in de keuken waar hij de waterkoker activeert.

Een rode shawl op een donkere achtergrond.
Afbeelding gemaakt m.b.v. Microsoft Bing Image Creator.