Goedemorgen!

Leestijd ongeveer 5 minuten.

Drie Schelpen

Geïnteresseerd in de roman 'Drie Schelpen'? Meld je hier aan voor de nieuwsbrief!


Lees je liever vanaf papier, klik dan hier.


7 - Doei Pap!

De klas steunt en zucht terwijl ze voorovergebogen zwoegen op het centraal examen Geschiedenis. De gymzaal is leeg op de 28 leerlingen na die Bart naar dit eindpunt heeft gebracht, naast de twee zaalwachten die zo zachtjes mogelijk elke vijf minuten om en om een rondje door de kandidaten lopen. In drie uur en door het stellen van 25 vragen wordt getoetst of je de stof voldoende beheerst. Bart ijsbeert door het schoolgebouw, frutselt wat in de vitrinekast en maakt vruchteloos diverse keren een begin met het opruimen van zijn bureau. Iedereen haalde het schoolexamen en dat gaf Bart goede hoop voor de afloop van vandaag. Hij kijkt op de antieke klok in de hal, het is pas half elf. Nog anderhalf uur. “Dat viel best mee, meneer Mertens!” Bart kijkt om en kijkt Ilse aan. “Hoe kan het dat je al klaar bent?” “Nou, het is al half twaalf hoor, ik ben wel de eerste.” ‘O, ja die klok zetten we niet vooruit.' “Je bent altijd de eerste en het valt je altijd mee.” “Haha, true that.” “Nou, ga lekker naar huis, morgen Frans en de ben je klaar als ik het goed heb.” “Klopt, dat hebt u goed onthouden, doei!” Ze huppelt er vandoor. ‘Als zij niet summa cum laude slaagt, eet ik mijn hoed op.’ Bart wandelt naar de gymzaal om de anderen op te vangen, voor zover daar behoefte aan is. Kort na twaalven komt een groepje naar buiten, hevig discussierend over het net afgelegde examen. Ze lopen Bart straal voorbij. “Jongens!” “Meneer Mertens! Dit was een pittig examen hoor!" “Ja, dat geloof ik direct. Wat was er het lastigste?” “Nou, alles.” Mees staat het huilen nader dan het lachen. “Kerel, niet getreurd, je schoolexamen was prima, je hebt compensatie genoeg, als je die al nodig hebt.” “Ja, ja, u hebt makkelijk praten.”

Van de weekenden in Leersum geniet Bart. Thuis in de hoofdstad en op de Utrechtse Heuvelrug. Op woensdag is hij uitgeroosterd, op zijn verzoek, die dag besteedt hij aan klusjes in zijn appartement of elders in het grote pand, boodschappen doen en zo en dan een cultureel uitstapje. Meestentijds leest hij of bereidt hij lessen voor, zodat hij dat in het weekend achterwege kan laten. Donderdag­avond zet hij zijn weekendtas klaar en op vrijdagochtend vroeg brengt de tram hem naar het Centraal Station. Binnen drie kwartier staat hij op station Driebergen-Zeist en legt per bus het laatste stuk af. ’s Middags neemt hij dezelfde bus en rijdt dan langs het station naar Leersum, vanaf de halte bij het enige kruispunt van het dorp in de Rijksstraatweg rest de klim naar de top van de Lomboklaan. 

“Moet Ymkje er nog uit?” 

“Pap! Je bent nog niet binnen of je wil alweer weg! Maar, je hebt wel een punt. We eten over ongeveer een half uur, dus doe een rondje in de buurt a.u.b.” Kim ging verder met de voorbereidingen in de keuken, terwijl Anneke de tafel dekte.

“Check!” Het hondje sprong tegen Bart op van plezier. Hij wisselde van schoeisel en jas, en wandelde de tuin uit, het Lombokbos in. Ymkje stoof er na Barts ‘Vrij!’ vandoor. 

“Albanië?” Barts verbazing was gemeend. Ze zaten allen nog aan tafel en ze overvielen hem met een verrassend voorstel.

“Ja, waarom niet? Prachtig land, niet overdreven toeristisch, spot­goedkoop en schoon. Jij bent eraan toe en je hebt het verdiend!” sprak Ayla gedecideerd.

De tweeling knikt instemmend, Maartje tikt iets op de laptop. “Kijk pap! Dit is een mooie trip: je vliegt op de hoofdstad Tirana en dan is er een transfer per toeringcar naar Shëngjin, in het noorden. Daar in de buurt is een natuurreservaat en je kunt op excursie naar de ‘Kepi i Rodonit’, een prachtig schiereiland. Daarna ga je terug naar Tirana en na drie dagen vlieg je terug naar Düsseldorf.” Ze verbijsterde iedereen met haar plotselinge woordenstroom. “Wat?!”, vroeg ze verbaasd en met een kleur. 

“Lieverd, dat lijkt me een geweldige reis, jullie willen nu zeker mijn bank­pasje innemen en op de knop drukken die me die kant op stuurt, klopt dat?” 

“Nee hoor, die heb ik al pap,” terwijl ze ermee zwaait. “Kun je eind juni? Dan is het daar al lekker warm.”

Bart kijkt in zijn agenda en schuift een maand vooruit. “Wat zijn de vertrekdata?” 

“Elke week op donderdag, overstappen in Wenen. Albanië is interessant, dat leek Bart wel wat. “Goed plan dames, dat doe ik. Uhm, donderdag 28 juni wil ik vertrekken dan, ik heb dan al geen lessen meer.”

Maartje wijzigt de vertrekdatum en drukt op de knop. “Zo. Geregeld. Ik zal de reisinformatie naar je doorsturen pap.” Daarmee soupeert ze haar dagelijks spraak-quotum ruimschoots op, ze zweeft naar haar hoekje in de bank, ontneemt de salontafel haar boek en lost op in de achtergrond.

Bart neemt zich voor een dagje Kukës in het programma op te nemen, om rond te neuzen in de stad die in het indringende dagboek een rol speelde. ‘Wow, wat een lieverds!’ Hij pinkt een traan uit een ooghoek, wat de opmerkzame tweeling niet ontgaat. Ze stoten elkaar aan. ‘Lief hè!’

Na de met een koude douche geëindigde afspraak in de IJsbreker probeert hij niet aan Jeanine te denken. Dat lukt met mate, bij elke verwijzing naar TEDxAmsterdam die hij tegenkomt verschijnen haar bruine ogen. Zij neemt geen contact op, hij blijft angstvallig stil. De blauwe sweater stopt hij achterin de kledingkast. De vier dochters lijken niets in de gaten te hebben, terwijl hun voelhorentjes normaal gesproken prima functioneerden. Hij weet zich goed te houden in de weekends, door de week denkt hij haar af en toe te zien fietsen. ‘Onzin, ik weet niet eens waar ze woont. Ik zie spoken.’ Hij betrapt zich erop dat hij express omloopt via het Leidseplein, hij ruikt haar parfum en kijkt dan verschrikt om zich heen of ze in de buurt is. ‘I would lie and say that you're not on my mind!’ Hij droomt van haar en in de periode van halfslaap, om een uur of vijf ‘s ochtends kan hij haar in zijn dromen opnemen. Zoals de zee worstelt met het strand, bespeelt gevoel zijn verstand, emotie overspoelt het plan nieuwe liefdes voorlopig buiten de deur te houden. Als de zee zich terugtrekt is dat om een nieuwe golf over het strand te laten stromen. ‘s Ochtends is het gevoel niet zo heftig, rond het middaguur keert het tij en houdt hem urenlang in bedwang. Ze is zo lief, mooi, slim en puur. De superlatieven spoelen als dode kwallen aan en sterven een tergend trage dood. Wat moet hij ermee? Laten liggen? Een kalme avond is de opmaat voor een stormachtige nacht, springtij in zijn hoofd test de duinen van zijn verstand. In deze gemoedstoestand stapt Bart enkele weken later op Düsseldorf Airport in een Airbus 320 van Eurowings die hem naar Tirana brengt, weg van Jeanine.